ACHEL 22 juni 1943
Eckart-Wilhelm von Bonin (11 Nov 1919 - 11 Jan 1992)
Hptm. Eckart Wilhelm von Bonin
In de nacht van 21 op 22 juni 1943 volbrengt Hauptmann Eckart Wilhelm von Bonin van 6/NJG1 een waar huzarenstuk. Tijdens een Himmelbett-actie schrijft hij om 01.50 uur een Short Stirling als 16de overwinning op zijn palmares.
Maar tijdens deze actie heeft de BF110 B9+BP meerdere treffers opgelopen.
Beide motoren alsook de radio-installatie vallen volledig uit.
Omwille van de geringe hoogte is een redding met parachute niet meer mogelijk en wordt een riskante buiklanding zijn laatste hoop.
gecrashte BF110 B9+BP
Te midden van een bebost gebied in de omgeving van de Achelse Kluis kan hij zijn toestel met moeite aan de grond zetten. Samen met zijn Bordfunker Friedrich Johrden komt hij levend uit het vernielde vliegtuig. Beide bemanningsleden worden in eerste instantie in een veldlazaret bij Achel Statie verzorgd. De Duitse piloot, met adellijke achtergrond, salueerde bij zijn aankomst in Achel Statie de Engelse gekwetsten van de Short Stirling EF-366 die in dezelfde tijdspanne crashte te Achel*.
Wanneer het Bergungskommando de dag erop de noodlandingsplaats van von Bonin bezoekt, zien ze meteen dat het vliegtuig toebehoorde aan een aas. Als teken daarvan staan 16 Britse vlaggetjes op de staart van het vliegtuig.
(Tekst naar J. Wunderlich)
Nota*: Uit het onderzoek van Peter Loncke is gebleken dat deze Duitse nachtjager niet betrokken was bij het luchtgevecht met de Stirling-bommenwerper EF-366 uit het Ven.
Noodlandingslocatie thv restaurant De Kluizenaar
Staart BF110 B9+BP
BF 110s
Lichtkogelpistool
Het originele lichtkogelpistool werd vlak na de noodlanding ontvreemd door iemand van de lokale bevolking.
Dit lichtkogelpistool wordt bewaard in het Grevenbroekmuseum.
Himmelbett
Freya radar
De Kammhuberlinie was de naam van het door Oberst Josef Kammhuber in 1940 ontwikkelde Duitse nachtelijk verdedigingssysteem. De eerste versie bestond uit een serie radarstations met overlappende zones. Deze radars werden in 3 rijen opgesteld vanaf Denemarken tot centraal Frankrijk met elk een dekkingszone van 32 bij 20 km. Elk controlegebied noemde men ook een Himmelbettzone, die samengesteld werd uit een Freya-radar (100 km bereik), een door de radar aangestuurd hoofdzoeklicht en manueel bediende zoeklichten. Elke zone kreeg ook een primaire en een back-up nachtjager van het type BF-110 of JU-88 toebedeeld.
Een deel van de Kammhuberlinie-kaart ‘omgeving Hasselt’ werd ontvreemd door een Belgische geheimagent en overgemaakt aan de Britten in 1942.Bij het overschrijden van de Linie door een RAF-bommenwerper werd het hoofdzoeklicht door de operators van de Freya-radar op het vliegtuig gericht. Vanaf dat moment volgden de manuele zoeklichten het binnengedrongen vliegtuig en werden de nachtjagers naar het doel gestuurd.